Richmond Polka – Het Wildcat Goud
1864: Hoewel de oorlog hopeloos lijkt, vechten Damien Kingston en het Tidewater Regiment verbeten door in de loopgraven en stellingen rond Petersburg. Ook voor hen die niet in het leger vechten, worden de gevolgen van de oorlog steeds grimmiger.
Dan wordt hij op een gevaarlijke missie gestuurd die het tij voor het zuiden wellicht kan keren. Maar kunnen Damien en zijn vrienden, het vechten moe en wanhopig over hun toekomst na de oorlog, weerstand bieden aan de verleiding het zinkende schip te verlaten en het vege lijf te redden? Dat lees je in Richmond Polka – Het Wildcat Goud.
Uit het boek Richmond Polka – Het Wildcat Goud...
Quentin had zijn broodzak ook geleegd, maar Damien kende de jongen zo goed. “Al je zakken, soldaat,” grijnsde hij. “En alle andere gaten waar jij spullen weggestouwd hebt.”
“Ik heb niets meer, kolonel!” protesteerde de jongen.
“Kapitein!” blafte hij en grijnzend kwam Rider Brombey aanlopen om zijn soldaat grondig te fouilleren. Daarop koos de knaap eieren voor zijn geld en haalde zijn andere schatten tevoorschijn. Hij mocht alles houden, maar één voorwerp tilde Damien op. Het was een bijbel.
Bijbels waren zeldzaam. En bijbels waren gewild. De mannen hadden behoefte aan goddelijke steun, en er was een ware opleving in godsdienstigheid. Maar door de blokkade konden ze in het zuiden niet meer geproduceerd worden. Er was zo’n tekort, dat noordelijke krijgsgevangenen hun exemplaar voor wel vijftien dollar konden verkopen.
“Die houd ik,” zei Damien en wilde het door een kogel beschadigde, beduimelde en met aantekeningen volgekladderde boekwerk wegstoppen.
“Dat is niet eerlijk!” brieste de knaap brutaal. “De anderen mochten ook hun boeken houden! U had gezegd dat alleen eerste levensbehoeften ingenomen zouden worden!”
Damien begon te lachen en de mannen keken verbaasd. Glimlachen, en grijzen, deed de commandant wel vaker, maar echt voluit lachen hadden ze hem sinds Camp Douglas weinig meer zien doen. “Dit is een eerste levensbehoefte, knaap. Althans voor sommigen. En jij behoort niet tot die sommigen. Of wou je beweren dat je dit ding van plan was te gaan lezen?” In de rij begonnen meer mensen te lachen. Quentin had een bloedhekel aan lezen en een nog grotere hekel aan bidden.
“Jawel! Ik wil mijn leven beteren!”
“Nee, jij wilt dit ding voor een woekerprijs verpatsen. En aangezien jij van je winst toch alleen maar dingen gaat doen die God verboden heeft, kan ik dat niet toestaan. Dus ik zal dit kleinood herdistribueren.”