Rochette uit Duinkerken
1665: Een piratenvloot doemt op voor de kust van Curaçao. Een jonge contractslavin ziet een uitweg uit haar miserabele bestaan; door als man aan te monsteren hoopt ze bovendien iets voor vrouwen toentertijd onbereikbaars te verkrijgen: volledige vrijheid.
En terwijl ze probeert te overleven in de vrijhaven Port Royal, dreigt ze vermalen te worden in de politieke intriges van een Franse edelvrouw en een wraakzuchtige kapitein. Die intriges brengen haar naar het Engelse hof, naar Nieuw-Amsterdam en uiteindelijk naar Cuba. Daar wordt ze geconfronteerd met de wrede waarheid van haar bestaan: voor volledige vrijheid zal ze haar geweten moeten opgeven…
Uit het boek..
Het ratelen van de wielen was een macabere begeleiding van hun stemming. Ze reden Londen uit door Cripplegate en zagen met leedvermaak hoeveel schade de explosies hadden aangericht. Maar als ze nog hoop gekoesterd hadden hun vriend te bevrijden, vervloog die snel, want Tyburn wemelde van de soldaten en iedereen die de stad binnenkwam of verliet, werd gecontroleerd op wapens. Ze waren in alle vroegte vertrokken en zouden een enorme omweg maken om op verschillende schuilplaatsen buiten de stad hun van tevoren de stad uit gesmokkelde wapens op te halen. Rochette had te paard Londen via Newgate en Holborn verlaten, Flibu en Philippe hadden bij Queenhithe een bootje gehuurd en zich stroomopwaarts buiten de muren weer aan wal laten zetten. Kort na dageraad hield Louveteau stil op een plek vanwaar de veroordeelde hen zou zien, maar vanwaar ze ook snel konden wegkomen. En het wachten begon. De grote klok sloeg negen en toen kwam de gevangenenwagen met de piraat in de boeien erop aanrijden. Een grote groep soldaten vormde er een kordon omheen. Langs de route stond het zwart van de mensen, die vervolgens achter de kar aan meeliepen om ook niets van de ophanging zelf te missen, want de gebruikelijke kroegentocht met de veroordeelde was afgelast. Was hij maar in Port Royal gehangen, dacht Rochette, dan zou het zwart van zijn vrienden gestaan hebben. Ze zouden niet gejouwd hebben. Hij zou hen herkend hebben. De kar hield ratelend stil. Er hing een doodse stilte over het veld rond de bizar gevormde drievoudige galg. Er werd niet langer gejouwd. De dreiging hing zwaar in de stilte. De kar werd onder de galg gereden. De stilte ademde en Louveteau probeerde hem zonder woorden moed in te spreken.