Reizen
Door de plotselinge omstandigheden in de wereld heb ik even al mijn plannen voor publicatie in de ijskast gezet. Mensen hebben misschien nu wel veel tijd om te lezen, maar misschien hebben ze nu zorgen of zitten ze even krap. Bovendien wordt het langsbrengen of afhalen van boeken nu ook een uitdaging. Daarnaast staat mijn hoofd nu ook niet echt naar schrijven of alle rompslomp rondom een publicatie. Dus even een pas op de plaats.
Maar dat wil niet zeggen dat ik jullie niet kan blijven laten delen in mijn schrijverswereld via de blog. Even wat anders dan het virus is misschien welkom. En juist omdat het reizen bevroren is en veel mensen hun vakantie in het water hebben zien vallen, dacht ik wat te schrijven over hoe mijn schrijfsels mijn reiskeuzes hebben beïnvloed…
Mijn verhalen spelen zich af in een tijd, die ik nooit meegemaakt heb, in situaties, die ik voor het grootste deel ook niet heb meegemaakt en ook nooit hoop mee te maken, en in plaatsen waar ik nooit geweest ben. Dat hiaat vul je als schrijver op met enerzijds feiten uit research en anderzijds je fantasie en inlevingsvermogen. Maar soms zou het toch wel fijn zijn als je dingen echt kon voelen, ervaren en zien.
Dat is één van de redenen waarom ik ooit eens aan re-enactment begonnen ben: het verlangen te ervaren hoe het ’toen’ was, hoe het voelt in zo’n langhuis te slapen, hoe het is om te koken zoals men in het verleden deed, die kleren te dragen, zo’n wapen vast te houden. Ik wilde voelen of het rugpak dat Napoleontische soldaten meesleepten, werkelijk zo zwaar was, ik wilde de terugslag van een musket voelen, weten hoe het is om in onbarmhartig weer op open vuur te koken.
Maar het blijft behelpen. Je kunt jezelf moeilijk laten afranselen met een zweep om de pijn te ervaren (wel, het kan wel, maar het is niet aan te raden 😊 ), je kunt de situaties van angst en wanhoop niet nabootsen, ik voel er weinig voor om weken met nauwelijks eten en zonder mijn kleren dagelijks te kunnen vervangen in een greppel langs de weg in de stromende winterregen te moeten slapen, zoals soldaten vroeger vaak overkwam.
Dus tot er ooit een tijdmachine wordt uitgevonden, zullen we het met onze fantasie moeten doen. En dat is natuurlijk goed. Niets zo krachtig als je fantasie!
Maar toch bekruipt me regelmatig de behoefte om mijn vakanties zo in te richten, dat ik er één van de ervaringshiaten mee op kan lossen. En de lijst van bestemmingen is lang, want mijn hoofdpersonen reizen de halve wereld over en helaas juist net niet naar die streken waar ik zelf veel geweest ben; mijn vakanties vonden voornamelijk in Duitsland plaats, met een paar uitschieters wat verder van huis.
Zo staan nog hoog op mijn verlanglijstje Jamaica (om te duiken naar het verzonken Port Royal, zo dat al is toegestaan), Virginia (om de slagvelden van de Burgeroorlog af te reizen) en Madagascar (om het piratenkerkhof te bezoeken). Natuurlijk zijn er ook andere redenen, zoals natuurschoon, fauna en cultuur, om die streken te bezoeken, maar de nieuwsgierigheid om plaatsen uit mijn boeken met eigen ogen te zien speelt zeker ook mee.
Een paar jaar geleden hebben we een grote rondreis door Zuid-Mexico gemaakt. We hebben daarbij ook Campeche bezocht, dat door Rochette geplunderd wordt. Ik had er veel van verwacht, had gehoopt zo’n zelfde gevoel te hebben wat je in kastelen kunt hebben, die gewaarwording van “ik loop nu precies daar waar eens een ridder gelopen heeft” of een onbestemd gevoel van historie dat je bekruipt, alsof de geesten van de gebeurtenissen nog als bijna tastbare fata morgana’s in de lucht hangen. Maar hoewel er nog een klein stukje – vervallen en slecht onderhouden – stadsmuur staat, is de sfeer van toen volledig verdwenen. Campeche ademt niet een gevoel van ’toen’.
We zijn ook helemaal over de smalle landbrug gereden die de Caraïbische Zee scheidt van de Laguna de Términos, ook een beruchte plek in de wereld der boekaniers. Dat was een stuk indrukwekkender en hoewel het verder niets toevoegde waarmee ik Rochettes ervaringen had kunnen uitwerken, gaf het me een diep gevoel van voldoening de lagune en de grasmoerassen in al hun schoonheid en ongenaakbaarheid te zien en te beseffen hoe zwaar het inderdaad geweest moest zijn landinwaarts te trekken in deze streken. De begeleidende foto van deze blog heb ik op die reis van de bewuste lagune gemaakt.
Eveneens een paar jaar geleden ben ik door Schotland gereisd en het was één van de mooiste, zo niet de mooiste vakantie die ik ooit gehad heb. Het land voldoet aan je stoutste verwachtingen en de bijna mythische sfeer die het uitademt, is ronduit overweldigend. Het heeft me geïnspireerd mijn verhaal Broc nam Broch, dat al een tijdje in mijn hoofd spookte, ook daadwerkelijk op papier te zetten.
We bevinden ons nu in de bevoorrechte positie dat we ‘binnenkort’ misschien weer wat kunnen gaan reizen. De vraag is waarnaartoe? Als ik twee maanden vakantie had, tienduizend euro tot mijn beschikking, het lichaam van een topsporter en een paar persoonlijke bewakers, dan zouden alle landen van de wereld voor me open liggen. Maar dat is niet het geval. Dus moet ik selectief zijn en wijs kiezen. Er staan namelijk ook landen op mijn verlanglijstje waarover ik nooit iets geschreven heb en waarschijnlijk ook nooit zal doen.
Worden het de Noorse fjorden? Of Cornwall? De Baltische gebieden? Of neem ik genoegen met wat het internet me kan bieden en mijn fantasie kan aanvullen, en reizen we gewoon naar Bretagne, IJsland of de Azoren?
Maar eens, eens gaat het me lukken om althans één van mijn grote wensen uit te laten komen en ofwel het gezonken Port Royal, dan wel de slagvelden van Virginia te aanschouwen met eigen ogen.