skip to Main Content

Hougoumont

Hougoumont

Eind september waren we op het slagveld van Waterloo. Een weekenduitje in plaats van een ‘echte’ vakantie. En dat bezoek heeft mijn motor weer aangezwengeld.

Ik kende de plek al. Een paar jaar geleden, na een lang weekend in Dinant, waar we een hotelletje gehuurd hadden om dingen in de omgeving te bezoeken en meteen de slagvelden van Verdun ‘mee te pakken’, waren we er bij toeval op de terugweg langsgekomen en omdat we tijd over hadden, zijn we er gestopt. We hadden tijd over, maar niet genoeg om het museum de tijd te geven die het verdient. Er waren veel re-enactors die de locaties verlevendigden en al onze tijd werd opgeslokt door het slagveld zelf, zodat we vrij snel door het fantastische (ondergrondse!) museum moesten en de hoofdkwartieren van Wellington en Napoléon moesten overslaan. En dus namen we ons voor er nog eens een heel weekend heen te gaan om alles in alle rust op ons gemak te bekijken.

Toen kregen we van de organisatie van het grote re-enactment event dat daar elk jaar gehouden wordt, een VIP-uitnodiging om naar het extra grote evenement van 2020 te komen. We waren dolblij! Wat keken we hiernaar uit. Maar ja, we weten allemaal wat er met evenementen in 2020 gebeurde, dus dat feest ging niet door. We hadden onze hoop op dit jaar gevestigd, maar wederom werd het afgezegd. En nu onze vakantie dit jaar ook niet doorging, door corona en door de hartaanval van mijn man, besloten we dus ons oude plan weer uit de ijskast te halen en een hotelletje te huren voor twee nachten.

We hadden schitterend weer. Het leek wel hartje zomer in plaats van eind september. Er waren weliswaar geen re-enactors, maar verder was het er heerlijk rustig en hadden we het rijk bijna alleen. We hebben alles, maar dan ook alles op ons dooie akkertje kunnen bekijken. En dat heeft geheel onverwacht bij mij wat sintels weer tot vlammetjes aangeblazen.

Want de laatste tijd kwam er weinig uit mijn vingers. Mijn derde serie, over ridder Gwide, is voltooid. Het derde deel moet weliswaar nog uitgegeven worden, maar het is klaar. Dus is het tijd voor iets nieuws. Maar wat? Ik heb wel plannen, zoals een streekroman waar ik de anekdotische familieverhalen van mijn grootouders in wil verwerken, een roman die zich afspeelt in de Vikingtijd en nog wat andere losse flodders, om even bij het thema van de titel van deze blog te blijven, maar het wil allemaal niet echt vlotten.

Het maakt me niet uit als wat ik schrijf uiteindelijk niet echt uitgeverswaardig is en op de plank blijft liggen. Zolang ik maar kan schrijven, want dat is mijn grote passie en hobby. Het schrijven op zich maakt me gewoon blij en de research eromheen kan me bijzonder enthousiasmeren als ik weer eens op een pareltje van informatie stuit. Maar sinds corona komt er gewoon echt helemaal niets meer uit mijn vingers. Ik kan een half uur naar mijn scherm staren en misschien twee zinnen typen. En dat maakte me nogal terneergeslagen, omdat ik in een enorm hobby-gat viel. Samen met alle andere problemen die de pandemie met zich meebracht en de medische tegenslagen van man en enkele andere naaste familieleden maakte het me er niet echt vrolijker op.

Maar sinds ik terug ben uit Waterloo, bruis ik van nieuwe ideeën. Ik heb mijn drive weer terug. Vooral Hougoumont, de zo enorm zwaar en heroïsch bevochten kasteelhoeve, heeft her vuurtje weer aangeblazen. En dat komt niet in de laatste plaats door de prachtige presentatie die het museum daar in de oude schuur geeft. Natuurlijk speelt ook mee dat het nog het enige raakbare overblijfsel is op een verder leeg slagveld (nou ja, er staat een enorm herdenkingsteken en een gebouw voor een magnifiek panorama, maar die waren er in 1815 nog niet), maar die multimediavoorstelling heeft me diep geroerd.

Nu was ik nooit van plan om iets te schrijven dat zich tijdens de Napoleontische Oorlogen afspeelde. De tijd interesseerde me wel, maar na het lezen van alle Sharpe-boeken van Bernard Cornwell was ik toch bang snel op betreden paden terecht te komen. Maar natuurlijk zijn de Napoleontische Oorlogen zoveel meer dan de ‘Peninsular War’, dat deel van de strijd in Portugal en Spanje. Maar vreemd genoeg was ik op de tocht naar Rusland na weinig geïnteresseerd in de rest en wist er dus ook bijna niets van. Ik had natuurlijk wel gehoord van Jena en Austerlitz en Leipzig, maar dat is wat anders dan er wat vanaf weten.

In een niet te verklaren automatisme had ik meteen weer een verhaal voor ogen uit Engels oogpunt geschreven. En dat geeft veel beperkingen. De Engelse strijd tegen Frankrijk speelde zich toen bijna uitsluitend af op zee en op het Iberisch Schiereiland. Als ik dus ook de veldtochten in Italië, Egypte, Oostenrijk, Pruisen en Rusland wilde vertellen, ging dat niet. Ik heb nog even geflirt met het idee een Nederlandse soldaat de hoofdpersoon te laten zijn, maar dan zit je al snel met vergelijkbare beperkingen, of meerdere personen uit verschillende legers de revue te laten passeren, maar dat maakte alles ook alleen maar ingewikkelder.

Vreemd genoeg, en ik kan zelf niet verklaren waarom, stapte ik pas vrij laat over op een Franse hoofdpersoon. Dus dat gaat het worden, een jonge, Franse soldaat in de Grande Armée van Napoléon. Het is ook niet onhistorisch om hem in zoveel verschillende campagnes rond te laten banjeren, want er waren genoeg regimenten die ze allemaal meegemaakt hebben. Ik heb daarin ruime keuze.

En nu begint dus de maandenlange research. Ik weet niets! Hoeveel soldij kregen ze en wat kon je daarvoor kopen? Hoe zat het met de dienstplicht en de maraude? Welke rangen waren er en hoe zagen per eenheid de uniformen eruit? Wat waren de wetten, hoe verliepen de slagen, wat aten ze, mochten ze trouwen, hoe werden ze gestraft, wat maakten ze mee? De lijst is enorm lang. Ik moet alles, maar dan ook echt alles opnieuw onderzoeken en leren, van munteenheden tot lengtematen, van Frans soldatenslang uit die tijd tot medische behandelingen.

En dat vind ik leuk. En het daagt me uit, want op Engelse websites en in Engelse boeken is bij lange na niet genoeg te vinden en dus moet ik uitwijken naar Franstalig bronmateriaal. Nu heb ik wel Frans geleerd, maar het gaat me niet zo vanzelfsprekend af als Engels. Het is soms ook even uitvogelen wat de juiste zoektermen zijn. Ik kan niet meer in een paar seconden vinden wat ik nodig heb en kan het ook niet even snel doorbrowsen of in het artikel staat waar ik naar op zoek ben.

Maar dat is goed. Het heeft mijn vuur weer aangewakkerd, ik ben weer enthousiast en blij. Ik heb weer een reden om boeken te kopen. Momenteel ben ik alle 136 linieregimenten en 35 ‘lichte’ regimenten één voor één aan het doornemen en alle slagen waar ze bij aanwezig waren in een staatje aan het zetten om te zien tot welk regiment ik mijn hoofdpersoon het beste kan laten behoren om op zoveel mogelijk plekken historisch verantwoord aanwezig te kunnen zijn. Want dat weet ik al wel: hij zal een infanterist zijn en niet tot de garde, cavalerie of artillerie behoren.

Waarom? Vanwege Hougoumont. Ik wil dat hij daar zijn carrière (en wellicht zijn leven?) kan beëindigen en dat kan het best als infanterist. Want Hougoumont heeft me bij de keel gegrepen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top