Covers maken
Eén van de uitdagingen waar ik me voor gesteld zie, is het maken van covers voor mijn boeken. Ook nu ben ik alweer aan het nadenken over de volgende voor het laatste deel van de Kingston Dances serie.
Een kaft moet aan een aantal criteria voldoen: hij moet aantrekkelijk zijn, hij moet de lading dekken en je moet rekening houden met copyright. Je kunt dus niet zo maar een plaatje van internet trekken. Daarnaast bezit ik niet langer Photoshop, wat de bewerkingsmogelijkheden aanzienlijk beperkt. Je wilt immers ook niet voortdurend vrienden en familie ermee lastig vallen.
Mijn allereerste kaft, voor Rochette uit Duinkerken, heb ik door een kennis laten maken, wiens werk dit is. Wie goed rechts van het korfgevest kijkt, ziet daar op het historische document het jaartal staan waarin het verhaal zich afspeelt. De oorspronkelijke brief had daar een ander jaartal staan, maar dat heeft hij digitaal veranderd. Ook de tweede kaft, voor De Barbarijse Kerkers, heeft hij gemaakt naar een foto van een oude kerkerdeur die ik ooit in Malta had gemaakt.
De derde kaft, voor De Meester van de Bailante, was voor mij de moeilijkste. Allereerst was dit de eerste die ik zelf maakte, ik moest Photoshop gebruiken, wat ik nog nooit gedaan had, en ik moest de copyright omzeilen. De afbeelding van het brandschip is een detail van een schilderij dat in het Scheepvaartmuseum van Amsterdam hangt, dus die moesten toestemming voor publicatie geven. Het historische document op de achtergrond ligt in het museum van Batavialand en komt dus van de Batavia. Ook van hen moest ik toestemming hebben. Uiteindelijk was ik niet ontevreden met het behaalde resultaat.
Daarna begon de speurtocht wat ik in hemelsnaam voor kaft moest maken voor De Vloek van San Roque. Een amulet van Sint Rochus (San Roque) was snel gekocht, maar ik wilde ook een ander element uit het boek verwerken. Gelukkig ben ik getrouwd met een lieve en creatieve man, die voor mij op een steen Taino petrogliefen en pictografen heeft uitgehakt, die als achtergrond konden dienen.
Dat had hij misschien beter niet kunnen doen, want nu wilde ik dat hij ook meewerkte aan de volgende kaft, voor Het Wapen van Montauban. Op mijn aanwijzingen heeft hij een klein houten wapenschild gemaakt met Franse leliën. Die heb ik tussen de struiken gelegd en gefotografeerd, waarna een filter er een spannend mysterieus tintje aan gaf.
Weken denkwerk en voorbereiding gaan soms aan covers vooraf. Zo ook voor het laatste deel uit de Port Royal serie, Libertalia. Ik wilde niet weer een zwaard. Ik wilde iets wat duidelijk met piraten en boekaniers te maken had. Een vriend bezat gelukkig een replica van een musket met apostelen (kruithouders aan een bandelier) uit die tijd. Replica’s van dubloenen en stukken van acht heb ik op internet besteld en daarna heb ik als achtergrond een enorm stuk perkament gekocht. Oorspronkelijk was ik namelijk van plan dit te gebruiken om een schatkaart op te tekenen of een oude landkaart te reproduceren, maar dat gaf niet het gewenste effect. Uren hebben mijn man en ik in de vrieskou in de tuin gestaan waarbij hij – och arme – perkament en wapens omhoog moest houden in de juiste samenstelling en compositie zodat ik het kon fotograferen.
Voor de nieuwe Kingston Dances serie dwaalde ik naar de Amerikaanse Burgeroorlog af. Ik bezat geen enkele replica uit die tijd. Niemand heeft gezegd dat het maken van kaften goedkoop is, dus heb ik uit Amerika een officierssjerp, een confederate riemgesp en een zuidelijke kepi gekocht. Uren heb ik ze in verschillende composities neergelegd tot ik de fraaiste foto had, waarna mijn schoonzoon de achtergrond, die helemaal uit de toon viel, met Photoshop heeft vervangen door een rebellenvlag en dat werd de uiteindelijke kaft voor Williamsburg Waltz – Openingsbal.
Voor Virginia Quadrille – De Cherokee Witch heb ik lang met de handen in het haar gezeten. De kenmerkende onderwerpen uit het boek leenden zich niet bepaald voor een snelle foto. Waar haalde ik bijvoorbeeld zo snel een trein uit 1862 vandaan? Toen kwam ik op het idee om een foto te maken van voorwerpen die de soldaten tot vermaak gediend hebben. Ik kopieerde afbeeldingen op het juiste formaat van speelkaarten zoals ze toen gebruikt waren, plakte die op karton en maakte ze ‘oud’. Hetzelfde deed ik met dollarbiljetten van de Confederatie, die ik door de aarde en over het gras getrokken heb om ze ook een verweerde look te geven. Dat heb ik aangevuld met een CSA insigne en wat zuidelijke uniformknopen, die ik aangeschaft had, wat zelfgemaakte benen dobbelstenen en een oude pijp die ik in mijn bezit had. Let ook op de grote dobbelsteen onder in het midden! Dat is een geschenk van een vriend en is gemaakt van een loden musketkogel. Soldaten van vroeger maakten daar dikwijls dobbelstenen van! De achtergrond, ten slotte, is grijze loden stof die ik smerig heb gemaakt en verbrand met een aansteker.
Voor het derde deel, Tidewater Galop – Barakken in de Sneeuw, had ik mazzel. Op een avond begon het hard te sneeuwen. Sneeuw – barakken in de sneeuw. Dit was een buitenkansje. Zo vaak sneeuwt het niet. Ik had een geweer liggen, een replica uit deze tijd en een geschenk van mijn schoonzoon, heb dat in het laagje sneeuw gelegd, ietsje heen en weer bewogen voor een goede afdruk, en daarna met een felle flitser (het was nacht) gefotografeerd. Filtertje erover en klaar! Hier heb ik heel weinig aan hoeven doen.
Mijn laatste boek, Kwaggakoppie, was ook bijzonder lastig, omdat ik uit de periode en streek waarin het verhaal zich afspeelt, niets in eigendom heb. Dus wat kon ik doen? Ik bedacht toen dat de Boeren als voortrekkers in de Grote Trek naar Transvaal getrokken zijn in huifkarren. Die huifkarren staan bijna symbool voor dit volk. Nu wist ik ergens wel een oude wagen te staan. Het was weliswaar geen huifkar, maar dat is aan het wiel niet te zien. Omdat de Boeren een sambok hadden om hun vee mee te hoeden, slangen dood te slaan en dergelijke, heb ik een handgemaakte, leren zweep toegevoegd om het beeld nog wat te ‘pimpen’. Ik bezit gewoon te veel ‘troep’. Daarna heb ik een filter over de foto gegooid om het eruit te laten zien alsof het in de 19e eeuw geschoten is. Ik denk dat het goed gelukt is!
En zoals gezegd denk ik nu na over de volgende. De subtitel van het vierde deel is Het Wildcat Goud. Ik denk dat ik eruit ben… Denk wildcat…