Eed op het Picpus Kerkhof – De Briscard
1809: Olivier La Seur heeft de Franse Revolutie overleefd en is na dertien jaar oorlog inmiddels een veteraan (briscard) en officier. Nu dat doel bereikt is, heeft hij nog maar één brandende wens: wraak nemen op de mannen die zijn ouders onder de guillotine brachten en zijn zuster de dood injoegen.
Maar de oorlog is onverbiddelijk en Olivier wordt door Napoléon Bonaparte van het ene strijdtoneel naar het andere gestuurd. Maar hij wil niet meer. Olivier wil vrede, zich ergens settelen en rust in hoofd en hart door alle vragen uit zijn verleden te beantwoorden.
Uit het boek..
“Olivier… De kolonel wil je spreken…”
Dat beloofde weinig goeds. Hij werd alleen geroepen als er klachten waren of als hij gedetacheerd werd.
Kolonel Patacaisse keek zorgelijk en bood met een afwezig gebaar Olivier een stoel aan. Het ging dus wat langer duren.
“We zitten met een netelige kwestie,” begon hij. “We hebben deserteurs. Er zijn altijd deserteurs. Dat valt niet te voorkomen. En als ze weglopen om rechtstreeks naar huis te gaan, dan is dat iets wat ik nog tot op zekere hoogte kan begrijpen. Maar als ze zich aaneensluiten tot grote groepen en dan blijven hangen en de streek terroriseren, dan is dat een ander verhaal.
Het geval wil dat deserteurs van allerlei verschillende eenheden elkaar gevonden hebben en nu moordend en plunderend door Beieren trekken.
De koning van Beieren wil hen weg hebben, uiteraard. En hij is onze bondgenoot, die we hard nodig hebben als we van Oostenrijk willen winnen. We kunnen de wens van de koning niet negeren en zullen dat ook niet.
De keizer heeft toegezegd dat we deze groep uit zullen schakelen. Maar dat wil koning Maximilian niet. Ik vrees dat de roep van het Franse leger ons vooruitgesneld is en dat hij bang is dat een leger gedetacheerde Franse soldaten net zo erg is als een leger deserteurs. En dus stuurt hij er zijn eigen troepen op af.
Nu zouden we dat onder alle omstandigheden toejuichen. Maar niet nu. Dit keer had de keizer het liever zelf opgelost. En dat heeft alles te maken met de leider van de troep. Dit legertje schorriemorrie wordt namelijk aangevoerd door een uiterst sluwe man, een spion, die jarenlang uitmuntend werk voor de keizer heeft geleverd.
Nu wil het geval dat deze spion veel weet. Te veel weet,” zei de kolonel met nadruk. “En het zou uiterst onwenselijk zijn als deze man in handen viel van de Oostenrijkers en dan wellicht mocht besluiten zijn vrijheid te kopen met zijn kennis. Het zou zelfs onwenselijk zijn als hij in handen van onze Beierse bondgenoot viel…”