Een Juweel van een Eiland
Soms struikel je over een juweeltje…
Als je gaat schrijven, heb je grofweg een idee waarover het verhaal moet gaan en welke richting het uit moet. En dan ga je onderzoek plegen. Hoe zag een gebied er toen uit? Welke plaatsen waren er al wel en niet? Wat gebeurde er op dat moment in de geschiedenis? Welk weer was het? Wat at men, hoe kleedde men zich? Hoe waren de wetten?
Soms werpt dat vervelende obstakels op. Dan wil je iets als schrijver, maar maakt de geschiedenis het onmogelijk. Dan moet je een omweg verzinnen of je hele plan overboord gooien en dat is niet altijd gemakkelijk of aangenaam.
Maar heel soms kom je informatie tegen, die voor je gemaakt lijkt. Dan past de informatie zo goed in je verhaal, dat het lijkt alsof je het zelf uit je duim gezogen hebt.
Zo was ik bezig met een verhaal dat zich afspeelt in een alternatieve geschiedenis in 1705 in Schotland. Ik vind alternatieve geschiedenis leuk, omdat het je veel vrijheid geeft. Je verandert één dingetje in de geschiedenis en gaat dan analyseren wat dat voor gevolgen daarna heeft gehad.
In dit bijzondere geval had ik een kleine piratenvloot nodig die zich ergens aan de Schotse kust schuilhield. Nu kan ik uitgebreid de hele landkaart bestuderen en daarna elke baai en zeearm googelen om te zien of die geschikt is voor mijn doel, maar waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan? En dus zocht ik op internet naar “pirate coves in Scotland”.
En toen kon ik mijn ogen niet geloven. Ik las dat een bekende uitvalsbasis voor piratenschepen (in de 16e eeuw) het huidige plaatsje An Acarsaid Mhor was, dat toen heel toepasselijk Port nan Robaireann heette, wat vertaald moet worden als Roverhaven. Op zich niet zo heel spectaculair. Maar waar ligt dit beruchte plaatsje? Juist, op het eiland Rona.
Uiteraard is dit bijna te mooi om waar te zijn en zeer zeker te goed om niet te gebruiken. En dus zal het eiland Rona een prominente, welverdiende plek in mijn boek krijgen. En niet omdat ik absoluut zo nodig een eiland met mijn naam wilde gebruiken en het daarom uitgekozen heb, maar omdat de geschiedenis het eerlijk op mijn pad bracht.
Soms struikel je over een juweeltje…
Dit juweeltje moet echter nog heel erg lang wachten voor het ooit uitgegeven wordt, als het er überhaupt van komt. Sinds corona komt er eigenlijk niet veel meer uit mijn pen en al helemaal niets waar ik enigszins tevreden over ben. Gelukkig had ik nog wat op de plank liggen en kan ik nog even vooruit tot mijn inspiratie weer terug is.
Want vandaag komt ook het tweede boek uit van de trilogie De Steinburg Mysteriën, die zich in de 13e eeuw afspeelt. En net als het vorige boek bestaat het uit twee verhalen, die min of meer op zichzelf staan, maar met een sterke rode draad. En wederom zal ridder Gwide, de hoofdpersoon, een aantal moorden en andere misdaden op moeten lossen.
Dit keer zal er ook wat strijd geleverd moeten worden, getuige de naam van het boek De Krijg om Steinburg. Maar een hoofdrol is toch echt weggelegd voor de vrouwelijke personages: een geschaakte bruid, een haatdragende edelvrouw, een ambitieuze koningin, ongelukkige minnaressen, een trouwe edoch versmade echtgenote, een spionne en rode wieven. De heldhaftige heren hebben er hun handen vol aan.
De kaft is wederom gefotografeerd door Kees Nieuwenhuijsen. Je ziet wapens en wapenuitrusting uit die eeuw op een middeleeuwse schaarstoel voor een op middeleeuwse wijze beschilderde wand. Behang bestond immers nog niet, dus verluchtigde men zijn huis op een andere manier als men dat bekostigen kon. Velen zullen deze plek herkennen als het koopmanshuis in Archeon.
Lang heb ik getwijfeld hoe ik de verhalen uit moest geven. Oorspronkelijk waren het er vijf en ik had ze in één roman willen bundelen. Die was echter dan veel te dik geworden. In eerste instantie heb ik nog gekeken of ik er wat in snijden kon, maar dat deed de verhalen te veel geweld aan. Toen besloot ik er twee romans van te maken. Maar dan kreeg ik één dun en één dik boek. Bovendien paste de eerste twee verhalen bij elkaar en verhaal drie en vier ook, maar de vijfde niet. Het leek alsof er een natuurlijke breuk zat tussen verhaal vier en vijf.
Ik heb toen lang nagedacht en uiteindelijk besloten er een trilogie van te maken van ongeveer even dikke romans met elk twee verhalen die qua sfeer bij elkaar hoorden. Maar ik had er maar vijf! Daarom heb ik kort voordat het eerste deel van de trilogie uitkwam, nog een zesde en afsluitend verhaal geschreven, waar ik uiteindelijk heel blij mee was, omdat het me de gelegenheid gaf de cirkel rond te maken en een paar laatste losse eindjes vast te knopen.
Maar dat deel zal nog even op zich laten wachten. Nu hoop ik dat jullie plezier zullen hebben bij het lezen van De Krijg om Steinburg.