skip to Main Content

Schaamnamen

Schaamnamen

Mijn personages hebben vaak bijzondere namen. Er is me wel eens in bedekte termen gezegd dat het niet authentiek is, van die buitenissige namen.

Daar zit een kern van waarheid in, maar helemaal juist is het ook weer niet. Wat klopt, is dat de naamdiversiteit in het verleden vele malen kleiner was dan tegenwoordig. Huidige ouders kiezen een naam die ze mooi vinden of die de juiste betekenis heeft en spitten daar hele naamsites voor door. Men is in principe vrij om te kiezen wat men wil.

In het verleden zat men echter vast aan een vast patroon van vernoemen. Eerst de ouders of grootouders, dan de broers en zusters. Zodoende had je in een familie al gauw meerdere leden met dezelfde voornaam, zodat je onzinnige omschrijvingen kreeg als ‘Piet van Kees’ en ‘Piet van Jan’. Of erger nog ‘Piet van Jan van Piet’. En als een kind overleed, dan kreeg het eerstvolgende kind automatisch de naam van het overleden kind.

In de vroege Middeleeuwen had men een ander systeem. Daar werd één van de naamelementen van de vader steeds hergebruikt in andere varianten voor de zonen of men koos steeds voor dezelfde beginletter. Sla er maar eens de stambomen van de Angelsaksische koningen op na! De kinderen van koning Aethelwulf, bijvoorbeeld, heetten Aethelstan, Aethelswith, Aethelbald, Aethelberht en Aethelred. En Alfred. Dat dan ook weer wel.

Maar zeker als een boek meerdere of zelfs veel personages heeft, zou het volledig onbegrijpelijk worden als ik me als schrijver aan die vernoemingswetten hield. Dan zou je al gauw niet meer weten wie er spreekt of je moet bij elke naam steeds aan bijnaam, patroniem of familienaam zetten, wat ook vermoeiend leest. Ik geef dus noodgedwongen elk karakter een andere naam.

Daarbij komt dat een bijzondere naam sneller onthouden of herkend wordt dan een gewone. Als je dan na een aantal pagina’s een naam weer tegenkomt, heb je sneller het gevoel van ‘oh ja, díé’ wanneer die Framlinggim heet dan wanneer hij Jim geheten zou hebben.

Maar met dat buitenissig ben ik het niet eens. Ik doorzoek oude volkstellingen, scheepsmanifesten enzovoort om namen te vinden die bij de streek en tijd passen en hoewel ik natuurlijk de krenten uit de pap kies, had ik geen moeite aparte namen te vinden. Sommige waren zo bizar, dat ik ze niet eens durfde te gebruiken om niet als volledig ongeloofwaardig of belachelijk over te komen.

Voorbeelden van vreemde namen uit de 19e eeuw zijn onder andere Mahershalalhashbaz, Emdiella, Balaclava, Not Wanted James, Tallyho, Casibiana, Friendless, Leicester Railway, One Too Many, That’s It Who’d Have Thought It, Gouverneur, States Rights, Bushrod, Shellanna en Clifton Antivaccination, maar de lijst is eindeloos.

Zeker Puriteinen konden er wat van:  Praise-God, If-Christ-had-not-died-for-thee-thou-hadst-been-damned, Job-rake-out-of-the-ashes, Has-descendents, Wrestling, Fly-fornication, Die-Well is slechts een korte greep uit de door godsdienstig fanatisme gevoede idioterie van de Puriteinen.

Ook wie geen Puritein was, was vaak gelovig genoeg om voor zogenaamde deugd-namen te kiezen als Amorous, Covenant, Providence en Wholesome voor jongens, Comfort, Modesty en Silence voor meisjes.

Ook in de 17e en 18e eeuw hielden ouders niet altijd vast aan Jan en Marie. Aesop en Cleophes, Christams en Cyprian, Gamaliel en Jehoshaphat, Marmadukek en Onesiphorus waren weliswaar geen jongensnamen uit de top 20, maar ook geen zeldzaamheden. Hetzelfde gold voor de meisjesnamen Algerina en Arimathae, Bexelinda en Britannia, Climelche en Zeferra.

In die tijd werd het ook meer en meer gebruikelijk om achternamen als voornaam te gebruiken, wat soms tot bijzondere staaltjes leidde als Bosom Briggs, Butcher, Fountain, Hempestella, Lake, Ransome, Royal, Salmon, Seaman en Garlick.

Deze diversiteit in namen was vooral gebruikelijk in Amerika en veel minder in Europa. Tot in ‘mijn’ tijd nog stelde de Burgerlijke Stand paal en perk aan welke namen je mocht gebruiken. Mijn broer mocht in 1957 geen Ferdi heten (dat moest verplicht Ferdinand worden) In 1969 moest Denis veranderd worden in Dennis en werd Savanna ronduit geweigerd. In 1967 moest Dionne gewijzigd worden in Dionysia en werd Petronette verboden. Loraine kwam in 1965 niet door de ballotage. Tegenwoordig mag bijna alles, zodat we ons elk jaar kunnen vermaken met het jaarlijkse lijstje schaamnamen.

Maar het is dus niet heel onwaarschijnlijk dat sommige van mijn personages namen dragen als Rochette en Grammont, Royale en Cyrus, zelfs niet als ze voor 1900 geboren zijn.

Dit bericht heeft 1 reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top