skip to Main Content

Zolderbibliotheek

Zolderbibliotheek

We hadden eens een bibliotheek op zolder. Een heuse, antieke bibliotheek. Want eens, kort na de oorlog, kocht mijn vader alle westerns en avonturenromans op van een mobiele bibliotheek, zoals die er toen nog waren, en die failliet ging. En al die boeken stonden bij ons op zolder.

De hele zolderkamer was langs de lange zijden bedekt met houten stellingen tot aan het plafond waar al die boeken stonden. Het waren heerlijke boeken, met van dat dikke, ouderwetse, gelige papier, met harde kaften met de voor die tijd kenmerkende zwart-wit gemêleerde patronen als een soort aanrechtgraniet of marmer. Ze waren stoffig, zelfs als ze afgestoft waren, ze roken stoffig. Ze roken en voelden oud. Ze proefden naar verleden. Het was heerlijk!

Uren kon ik daar zitten, terwijl het buiten pijpenstelen regende. En dan snuffelde ik door al die boeken. Volmaakt geluk was dat. Stoffig geluk. Boekengeluk. Een geluk dat veel jonge mensen niet meer kennen. Zelfs als ze wel lezen. Want tegenwoordig ruiken en voelen boeken niet meer zo. Boeken ruiken niet meer naar boek.

Niet dat al die boeken bij ons op zolder van grote, literaire kwaliteit waren. Natuurlijk, er zaten werken van Defoe en Dumas bij, er waren Karl Mays, maar er was ook een grote hoeveelheid van wat we tegenwoordig zouden scharen onder het kaliber Bouquetreeks, maar dan de westernvariant. Boeien! Ik vond het evengoed prachtig om te lezen over cowboys en Indianen, struikrovers en ridders, piraten en nog meer cowboys. Wat kon het mij schelen of het literatuur was?

Dat boeit me nog steeds niet. Een goed boek is voor mij een boek dat ik niet weg kan leggen, niet een boek dat knappe staaltjes filosofische woordworstelingen kan spuien of diepgravend en sociaalbewogen is. Daar is ook niets verkeerd mee, als dat is wat je aantrekt, maar ik vind het jammer dat het literaire klimaat in Nederland, bepaald door uitgevers en recensenten, verkeert in een ivoren toren van arrogantie en betweterigheid waarin zij denken te moeten bepalen wat literatuur is en dus uitgegeven mag worden, wat jij, als lezer, mooi mag vinden, nee, dient te vinden.

Maar dat terzijde.

Lezen leidt tot schrijven. Mijn eerste verhaaltje schreef ik toen ik zeven was. Dat stelde natuurlijk niets voor, maar je moet ergens beginnen. Ik ben er nooit mee gestopt. Ik was soms alleen gefrustreerd als het niet lukte zoals ik het wilde, als het niet leek op wat ik las. Ik wilde ook zo kunnen schrijven!

Een tijd heb ik me, inmiddels volwassen, getroost met het schrijven van lange Sinterklaasgedichten, avonturen voor D&D (waarvan er één door de uitgevers van het Amerikaanse blad Dungeon ook daadwerkelijk is gepubliceerd) en stukjes voor het re-enactor magazine International Mimir en Íthróttir, waarover ik op een gegeven moment samen met vrienden de redactie voerde.

Ik troostte mezelf ook met het aanschaffen van boeken, zowel wetenschappelijk als literatair. Ik kon geen boekenwinkel voorbij gaan of ik kwam wel met een tasje naar buiten. Op een gegeven moment wist ik niet meer waar ik het allemaal laten moest, maar van weggooien kan geen sprake zijn.

We verhuisden naar een groter huis en ineens had ik ruimte voor een boekenkast. Maar binnen een jaar was die alweer te klein en wéér stonden boekendozen vol op zolder. “Lees je dat allemaal wel eens?” is me dikwijls gevraagd. Het antwoord is ja. Geen één boek dat ik bezit, wat voor boek ook, heb ik minder dan twee keer gelezen. Daarom baalde ik zo van die dozen, want als ik wat zocht, kon ik het vaak niet vinden.

Toen mijn dochters uittrokken, kon ik een droom laten uitkomen: één hele kamer volledig inrichten als mini-bibliotheek. Bijna al mijn boeken staan nu keurig daar. Een selectie wat minder vaak ingekeken exemplaren staat nog in de oude boekenkast in de oude logeerkamer, de oude boekenkast die ooit eens in het huis van mijn ouders stond. Het kleine boekenkastje in mijn slaapkamer is nu bijna leeg, want de kinderboekenverzameling die daar stond, heb ik nu aan mijn kleinzoon gegeven. Hij is nog te klein, maar dat komt allemaal wel. En mijn eigen boeken staan trots beneden in het wandmeubilair.

Alleen… met de aanschaf van het laatste exemplaar van Bernard Cornwell is nu ook mijn bibliotheek echt vol. Boeken staan al dubbel en dwars of liggen gestapeld. Wat nu? Ik ben al jaren geen boekenwinkel meer ingegaan om niet in de verleiding te komen, maar toch groeit mijn verzameling.

Ik moet ruimte maken. Kasten moeten vrijgemaakt worden. Dan moeten er maar andere dingen verdwijnen om plaats te maken voor nieuwe boeken.

Het kan me niet schelen wat er weg moet. Zolang het maar niet mijn boeken zijn.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top